Onlangs kreeg ik een mail met de vraag of ik, na alle gesprekken met mensen die een bijna-doodervaring hebben gehad, nog geloof in goed en kwaad. Mijn streng katholieke opvoeding en mijn schooltijd bij de jezuïeten hebben in dit verband ongetwijfeld een blijvende invloed gehad. Ik vermoed ook dat dit voor veel mensen het geval is. In deze traditionele visie wordt kwaad gezien als de afwezigheid van goed, en de vrije wil van de mens speelt een cruciale rol in het bestaan van kwaad in de wereld.
Dit is een dualistisch concept, waarbij de wereld wordt beschouwd als verdeeld in twee tegenovergestelde krachten, ideeën of principes. Voorbeelden hiervan zijn goed en kwaad, licht en donker, geest en lichaam, en materie en geest. Tijdens mijn opvoeding hoorde ik regelmatig over concepten als hel, hemel, vagevuur, verdoemenis en het paradijs.
Goed en kwaad zijn ideeën die mensen al heel lang proberen te begrijpen. Veel religies, filosofieën en culturen hebben er iets over te zeggen. Maar er zijn ook mensen die geloven dat goed en kwaad niet echt vaststaan. Volgens hen hangt het ervan af hoe je het bekijkt, waar je bent, of wat je geleerd hebt.
Tegenover het eerder genoemde dualisme kennen we ook het non-dualisme. In sommige Oosterse geloven, zoals het hindoeïsme en boeddhisme, geloven mensen dat alles in de wereld eigenlijk één geheel is. Ze zeggen dat goed en kwaad niet echt tegenstellingen zijn, maar een illusie – alsof je denkt dat dag en nacht helemaal verschillend zijn, terwijl ze allebei onderdeel zijn van dezelfde dag.
Als je begrijpt dat alles met elkaar verbonden is, voel je je minder afgescheiden van anderen. Dit idee helpt mensen om zich meer verbonden te voelen en minder geneigd te zijn om conflicten of twisten met anderen aan te gaan.
In het Taoïsme geloven ze in Yin en Yang: twee krachten die tegenovergesteld lijken, zoals licht en donker. Maar deze krachten vullen elkaar juist aan en werken samen om de wereld in balans te houden. Volgens het taoïsme bestaat er geen absolute goedheid of slechtheid. Alles hangt af van de situatie waarin je zit.
Sommige filosofen zeggen dat goed en kwaad afhankelijk zijn van waar je woont of wat je cultuur je leert. Wat in één land goed wordt gevonden, kan in een ander land slecht zijn. Bijvoorbeeld: in sommige landen eet men vlees, terwijl in andere landen mensen dat slecht vinden, omdat ze geloven dat je dieren moet respecteren. Er is geen universele regel die zegt wie gelijk heeft.
In moderne spirituele ideeën, zoals de new age beweging, wordt gezegd dat goed en kwaad door mensen zijn bedacht. Vanuit het heelal bekeken, bestaan die dingen niet. Alles is dan gewoon een deel van dezelfde energie. Dit betekent dat alle ervaringen – goed of slecht – ons iets leren en ons helpen om te groeien als mens.
Veel spirituele tradities zeggen dat we groeien door dingen mee te maken. Of je nu iets goeds doet of iets fout gaat, beide situaties leren je iets. Het gaat erom wat je ervan leert, niet om het label "goed" of "slecht."
Sommige spirituele tradities geloven dat de wereld een levend wezen is dat groeit en verandert. Wij, als mensen, maken deel uit van dat proces. Goed en kwaad zijn dan meer hulpmiddelen om ons bewustzijn te laten groeien. Als we verder groeien, leren we om voorbij deze tegenstellingen te kijken en te zien dat alles met elkaar verbonden is.
Goed en kwaad zijn niet altijd wat ze lijken. Soms zijn ze maar tijdelijke ideeën die ons helpen om te leren en te groeien. Als je leert kijken naar het grotere geheel, zie je dat alles in het leven, zelfs de moeilijke dingen, kan bijdragen aan wie je bent en hoe je groeit. Het gaat uiteindelijk om balans, verbinding en het ontdekken van de eenheid in alles.
Terug naar de oorspronkelijke vraag; geloof ikzelf in ‘goed en kwaad’? De BDE’ers die ik interviewde, vertellen mij dat ze een diep gevoel van liefde en verbinding ervaarden die alle dualistische concepten van goed en kwaad overschrijdt. Zij spreken over een "allesomvattende liefde" en een gevoel van thuiskomen in een wereld die echter en meer liefdevol is dan de onze. Materiële en dualistische concepten worden minder belangrijk na hun ervaring. Mensen worden minder materialistisch en ontwikkelen meer medeleven en waardering voor kleine dingen in het leven. Na een BDE zijn mensen dikwijls niet langer bang voor de dood en hebben ze een andere kijk op het bestaan van kwaad. Ze ervaren een spirituele transformatie, waarbij ze hun focus verleggen van macht en geld naar liefde, spiritualiteit, en hun levensdoel. Elke keer hoor ik weer dat ze hun hele leven aan zich voorbij zien trekken en reflecteren op hun daden, waarbij ze zich schamen voor wat ze verkeerd hebben gedaan of blijdschap ervaren over de blijdschap die ze anderen hebben gegeven.
Dit is mijn persoonlijke leidraad in dit stadium van mijn leven. Tijdens mijn collegejaren hoorde ik trouwens ook vaak de wijsheid: 'Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden.’
Noël
Comentários